Mini mochila's

Een tijdje geleden heb ik kleine buideltjes gehaakt, zodat de ontvanger hier edelsteentjes in kan doen om deze om de hals te dragen. Nu ben ik het laatste jaar ook veel bezig om mochila's te haken, die gekleurde tassen. Daarom leek het me leuk om deze techniek ook toe te passen op de kleine buideltjes.
Het resultaat is erg leuk geworden.

Voor het formaat hier een foto waarbij de haaknaald ernaast ligt. Het zijn kleine zakjes, waar dus edelsteentjes of andere schatten in kunnen. Ook een mooi formaat voor een Barbietas :-)

Om met een patroon te werken heb ik deze tasjes met dun garen gehaakt, geschikt voor haaknaald 1-1,5. Voor de buideltjes hierboven heb ik haaknaald 1,5 gebruikt. De patroontjes heb ik zelf getekend omdat er weinig patronen zijn voor zulke kleine tasjes. Ondanks het dunne garen waren ze slechts 40-48 steken rondom.
De patronen teken ik op papier met kleine ruitjes, 5mmx5mm, elk vakje is 1 steek. Hieronder een voorbeeld.

Start met een magische ring, of met een aantal lossen die je met een halve vaste tot een ring maakt.
Tijdens het haken neem je de draden met de andere 2 kleuren aan de achterkant mee, voor de stevigheid. Verder haak je altijd in de achterste lus, zo komt het patroon beter boven elkaar uit. Mochila's worden in 1 stuk doorgehaakt zonder de toeren te sluiten, je hebt dan ook altijd een overgang in het patroon zitten, dit is vaak even puzzelen hoe je het beste van de ene naar de andere toer kunt doorhaken.

Toer 1: haak 8 vasten in de ring (8)
Toer 2: haak 2 vasten in elke vaste (16)
Toer 3: haak 2 vasten in elke 2e vaste (24)
Toer 4: haak 2 vasten in elke 3e vaste (32)
Toer 5: haak 2 vasten in elke 4e vaste (40)
Toer 6: haak 2 vasten in elke 5e vaste (48)
Kijk bij het meerderen ook naar de hoeveelheid steken van je patroon. 48 steken past bij een patroon waarbij je een herhaling van 6 of 8 steken hebt. Maar bij het patroontje dat hierboven staat heb je een herhaling van 10 steken. Dan maak je het buideltje 40 steken rond, of 50. Dat laatste kun je doen door in de 6e toer 10 meerderingen te maken of door een 7e toer aan de bodem toe te voegen waarin je nog 2 meerderingen maakt.
Natuurlijk kun je de bodem ook groter of kleiner maken, net wat je wilt.

Nu haak je het patroon tot het buideltje hoog genoeg is. Haak dan 1 toer in de hoofdkleur.
Dan maak je een toer met de knoopsgaten, in mijn voorbeeld heb ik 48 steken, ik wil 8 knoopsgaten. Dan haak ik 8x: 4 vasten, 2 vasten alleen over de meeloopdraden, 2 vasten overslaan.
Daarna haak je nog 3-4 toeren voor de rand.

Het koordje heb ik gedraaid van gewoon haakkatoen in een bijpassende kleur. Je kunt ook een koord vlechten, of op een andere manier een koord maken.

Wil je een buideltje in 1 kleur dan kun je deze met gewone haakkatoen, voor haaknaald 2,5-3 haken. Deze worden ook in spiraal gehaakt zonder de toeren te sluiten. Het zwarte buideltje is 24 steken rond en de blauwe is 18 steken rond. Ik heb deze met haaknaald 2 gehaakt, omdat de steken dan iets dichter worden, dat vond ik bij deze buideltjes net iets mooier. Maar dan vallen ze dus ook wat kleiner uit.

Start met een magische ring:
Toer 1: haak 6 vasten in de ring (6)
Toer 2: haak 2 vasten in elke vaste (12)
Toer 3: haak 2 vasten in elke 2e vaste (18)
Toer 4: haak 2 vasten in elke 3e vaste (24)
Toer 5-11: haak 24 vasten.
Toer 12: maak de knoopsgaten, haak 8x: 2 vasten, 1 losse, 2 vasten overslaan.
Toer 13: haak 24 vasten (1 vaste in elke vaste, 1 vaste in de losse van toer 12)
Toer 14-15: haak 24 vasten

Uiteraard is het ook mogelijk om een mini mochila te maken met gewone haakkatoen.
Hieronder een foto met het verschil.

De grote is gemaakt met gewoon haakkatoen en haaknaald 2,5, de kleine met dunne haakkatoen en haaknaald 1. Het patroon is verder hetzelfde.

De grotere buidels zijn ook leuk als schattentasjes, kunnen er meer schatten in :-) Of voor een leuk gehaakt knuffeltje.

Kaarsjes voor in de tuin

En tijdje terug heb ik potjes met kaarsen erin gemaakt. Het idee was om deze om te haken met iets leuks, dat is er alleen nooit van gekomen. Nu waren we laatste iets anders aan het freubelen en dat bleek ook erg leuk te zijn op de potjes met kaars.

We maakten namelijk stipjes motieven op zwart geverfde glazen potjes. De potjes had ik van tevoren zwart geveft en de kinderen konden deze versieren. Zo zijn ze even bezig en hebben ze daarna een mooi potje om pennen in te zetten.
De witte achtergrond van de potjes met kaars bleken ook heel mooi te zijn voor deze freubel. De felle kleuren zijn lekker zomers.

Ik heb hier kleine conservenpotjes voor gebruikt, de kleinste maat. Maar een maatje groter kan natuurlijk ook.
Eerst heb ik kaarsen gesmolten in een oud pannetje, de mijne heb ik bij de kringloop gehaald. Ik gebruik voorgeperste kaarsen, hier kun je de lont heel makkelijk uithalen en eventueel hergebruiken in het potje. Zet de lont in het potje, voor de stevigheid kun je een wachinelichtje om de lont heen schuiven zodat deze steviger blijft staan. (haal hier eerst het cupje vanaf en het lontje uit) De lont die bovenaan uitsteekt zet ik klem tussen 2 sateprikkers waar ik plakband omheen geplakt heb zodat ze bij elkaar blijven. Zodra je het kaarsvet in het potje giet wordt de lont namelijk slap.

Giet het gesmolten kaarsvet in het potje en laat het uitharden. Door het uitharden zakt het kaarsvet in, dan krijg je een kuil in de kaars. Daar giet je gewoon nog wat kaarsvet in en dan weer uit laten harden.
Hier heb ik alleen wit kaarstvet gebruikt, maar gekleurd kaarsvet kan natuurlijk ook. Of verschillende kleurtjes, dat geeft ook een heel leuk effect. Je giet dan eerst een laagje van kleur 1, dan wacht je tot dit uitgehard is en giet je een laagje met kleur 2, weer wachten, etc.

Dit is ook heel leuk om te doen in bijvoorbeeld theekopjes. Ook weer bij de kringloop vandaan. Dan heb je een origineel zelfgemaakt cadeautje. Ik heb er alleen geen foto's van gemaakt, maar die zijn er genoeg op het internet :-)

Als het kaarsvet helemaal afgekoeld is kun je de potjes versieren. Neem verschillende kleurtjes verf en spijkers in verschillende maten.
Doop de kop van de spijker in de verf en stempel stipjes motieven op het potje.

Zomerarmbandje haken

Voor de zomer haakte ik dit leuke armbandje. Het is gemaakt met dun garen en haaknaald 1,5. Zo werd het wat fijner en dat vindt ik zelf wel mooi.

Hieronder het patroon:

Start met een magische ring.
Toer 1: haak 6 vasten in de ring, sluit de ring met een hv in de 1e steek. Hecht af.
Toer 2: hecht aan met de 2e kleur, haak in elke steek: hv, 2 lossen, 3st, 2 lossen, hv. Haak dit 6 keer, je hebt dan 6 blaadjes. Hv in de 1e steek, hecht af.
Werk de draad uiteinden weg.

Dat is het eerste bloemetje, bij het 2e bloemetje haak je dat met 2 bloemblaadjes aan de vorige vast, dus als je met het 2e of 3e bloemblaadje bezig bent haak je na het 2e stokje een hv door het middelste stokje van een van de blaadjes van het vorige bloemetje. Maak dan je bloemblaadje verder af. Bij het volgende bloemblaadje doe je dit hetzelfde. De bloemetjes zitten dan op 2 punten aan elkaar vast.
Zo ga je door tot de rij met bloemetjes lang genoeg is om rond je pols te passen.
Op het 1e bloemetje naai je een knoopje. Bij het laatste bloemetje haak je tussen de onderste 2 blaadjes een ketting van lossen die lang genoeg is om rond het knoopje te passen. (dus bloemblaadje, na je hv haak je genoeg lossen, dan ga je verder met het volgende bloemblaadje met de hv, zo zit het lusje mooi tussen de blaadjes.)

Tip 1: als je het hart van het bloemetje wat meer wilt zien kun je de 2e toer door de achterste lus haken, je ziet dan meer geel.

Tip 2: haak in de 2e toer zoveel mogelijk draadeindjes mee, dat scheelt aan het eind heel veel draadjes wegwerken. Het laatste draadje werkte ik steeds gelijk weg, dat scheelt later weer en je hebt er geen last van bij het haken van de volgende bloemetjes.

Tip 3: Van de bloemetjes kun je ook bijpassende oorbellen maken.

Je kunt natuurlijk ook gewone katoen en een grotere haaknaald gebruiken, dan wordt de armband wat breder. (en heb je minder bloemetjes nodig :-) Hieronder zie je het verschil in grootte.

 Dit patroon is alleen voor eigen gebruik en mag niet verkocht worden aan anderen.

Pokebal sleutelhanger haken

Voor de uitdeelzakjes van 2 kinderfeestjes haakte ik deze pokebal sleutelhangers. Er staan natuurlijk heel veel patronen op internet, maar die vond ik dan weer te groot, of te klein, of niet mooi, etc.
Uiteindelijk heb ik er mijn eigen patroon van gemaakt, met wat ik een mooie maat voor een sleutelhanger vind.

Pokebal
Start met een MR, rood:
Toer 1: 6v in de ring
Toer 2: 2v in elke v (12)
Toer 3: 2v in elke 2e v (18)
Toer 4: 2v in elke 3e v (24)
Toer 5: 2v in elke 4e v (30)
Toer 6-7: 30v
Toer 8: wissel kleur naar zwart, 30v, haak deze toer alleen door de achterste lus
Toer 9: wissel kleur naar wit, 30v, haak deze toer alleen door de achterste lus
Toer 10: 30v
Toer 11: haak elke 4e en 5e v samen (24)
Toer 12: haak elke 3e en 4e v samen (18)
Toer 13: haak elke 2e en 3e v samen (12) Vul het balletje vast op
Toer 14: haak elke 1e en 2e v samen (6)
Hecht af, vul zo nodig nog een beetje bij en sluit de opening

Lus
Zet met rood een lus op de haaknaald, steek aan de bovenkant door een steek tussen toer 1 en 2, sla om en trek de draad door de steek en door de lus op de haaknaald (halve vaste).
Haak 6-8 lossen (net hoe lang je het lusje wilt). Steek weer aan de bovenkant door een steek tussen toer 1 en 2, en maak weer een halve vaste. Zorg dat deze tegenover de 1e halve vaste zit.
Hecht af, leg evt nog een extra knoopje in de draad en werk de draadjes weg in de bal.

Knop
Start met een MR, wit:
Toer 1: 6v in de ring
Toer 2: wissel kleur naar zwart en haak 6 halve vasten door de achterste lussen van toer 1.
Hecht af en laat een lange draad zwart over, hiermee naai je de knop aan de voorkant op de bal. Door deze met zwart vast te naaien werk je de witte stukjes mooi weg.

Haal een sleutelring door het lusje en klaar is je sleutelhanger.

Sneeuwpoppen

Deze winter heb ik een paar sneeuwpoppen gehaakt. Het is hetzelfde patroon als het sneeuwpopje voor in de kerstboom, alleen zijn deze wat groter. Dus ik heb wat meer toeren gemeerderd en daarnaa ook wat meer toeren rond gehaakt. 

Omdat de sneeuwpoppen wat groter zijn kon ik ook meer details in de mutsjes/hoedjes maken.

Wintervest haken

Voor de winter wilde ik een lekker warm vest haken. Op zoek naar patronen vond ik vanalles maar niet iets wat ik precies wilde. Daarbij moet je voor veel patronen de juiste garen en haaknaald hebben anders komt het niet uit en/of moet je het patroon aanpassen. Dus heb ik zelf maar iets bedacht. En het is een leuk vest geworden. Hieronder heb ik beschreven hoe ik het vest gemaakt heb.

Dit patroon is hoe ik het vest gemaakt heb, op mijn maat (M), het is niet echt een patroon, maar meer een beschrijving hoe je zelf een vest kunt maken. Het patroon is makkelijk naar je eigen wens aan te passen.

Voor dit vest wordt eerst het pand gehaakt, van onder af tot de oksels. Dan worden de voorpanden en het achterpand afzonderlijk verder gehaakt. De brede boorden worden aan de voorpanden gehaakt. De mouwen worden los gehaakt en dan in het vest gehaakt of genaaid.

De keerlossen tellen niet als steek. Deze zijn alleen bedoeld om voldoende hoogte te krijgen, elke rij start met een hst. Dit vond ik zelf mooier.

Het vest wordt gehaakt met een haaknaald die groter is dan op het etiket van de wol aangegeven staat, daardoor valt het wat soepeler en is het vest niet zo stug. Ik gebruikte Royal van Zeeman met haaknaald 7

Voor de breedte van het vest moet je even meten wat jij mooi vindt. Ik wilde hele brede boorden aan het vest maken, daarom heb ik het vest minder breed gemaakt.
Meet hoe breed het vest moet zijn, rondom, zodat de randen elkaar weer raken, of in mijn geval elkaar juist niet raken, dus dat er ruimte over blijft.

Ik heb gekozen voor hakend opzetten omdat ik dat er mooi uit vind zien en het is wat rekbaarder dan met lossen starten. Natuurlijk kun je ook met lossen starten, neem dan voor de lossen een haaknaald groter en haak ze losjes.

Rij 1: 104* hst hakend opzetten. (*of op welk aantal jij uitkomt) 1 losse, keren (nb. De losse telt niet als steek)
Rij 2- lengte: 104 hst, 1 losse, keren
Herhaal rij 2 tot het vest tot de oksels komt. Hierbij kun je zelf bepalen hoe lang het moet zijn.

Nu worden de voorpanden en het achterpand afzonderlijk verder gehaakt. Meet hoe hoog de armsgaten moeten worden en bereken hoeveel rijen je daarvoor nog moet haken. Bepaal waar de zijkanten met de armsgaten moeten komen.
Vouw hiervoor het gehaakte stuk over elkaar, als vest. Bij mij liet ik ruimte tussen de voorpanden omdat ik brede boorden wil maken. Je kunt de voorpanden ook op elkaar aan laten sluiten. Tel nu hoeveel steken de voorpanden en het achterpand moeten zijn. Zorg ervoor dat dit wel in verhouding is, dus de beide voorpanden moeten evenveel steken breed zijn.

Haak nu eerst het eerste voorpand, op dezelfde manier als het eerste stuk van het vest. Bij de rand heb ik bij de laatste toeren wat geminderd zodat er bredere hals opening ontstaat.
Bijvoorbeeld, mijn voorpand was 21 rijen hoog, bij de laatste 18 rijen heb ik om de rij de eerste 2 steken aan de voorkant samengehaakt. Dus in totaal 9 minderingen over het hele stuk. Dit kun je natuurlijk aanpassen aan je eigen voorkeur.

Als het voorpand af is, hecht je af. Hecht opnieuw aan in de steek naast het voorpand en haak het achterpand. Op dezelfde manier als het eerste stuk van het vest.

Als deze af is, af hechten en opnieuw aanhechten in de steek naast het achterpand. Haak nog een voorpand, volgens de beschrijving hierboven.

Als alle 3 de panden af zijn de schoudernaden dichthaken, of dicht naaien.

Voor de boord aan de goede kant van het vest bij de onderpunt aanhechten.

Rij 1: Haak nu halve stokjes helemaal langs de rand van het vest, dus eerst langs de voorkant, via de hals en via de andere voorkant weer naar beneden. Er zijn geen steken omdat je langs de zijkanten van de rijen haakt, steek de haaknaald in op willekeurige plekken, zorg ervoor dat de steken gelijkmatig verdeeld zijn. 1 losse, keren
Rij 2: halve stokjes haken over alle steken, 1 losse, keren.
Herhaal rij 2 tot de boord breed genoeg is.
Bij een brede boord gaat de rand bij de hals rechtop staan, deze kun je dan omslaan waardoor je een kraag krijgt.

De mouwen worden in de rondte gehaakt maar wel in rijen, op die manier heb je in de mouwen hetzelfde patroon als het vest zelf. Natuurlijk kun je er ook voor kiezen om de mouwen rond te haken.
Start weer met hakend opzetten. (of start met lossen zie boven) Neem zoveel steken dat het ruim om de polsen past. Bij mij was dat 32 hst.
Rij 1: 32 hst hakend opzetten, hv in de 1e steek, 1 losse, keren
Rij 2: 32 hst, hv in de 1e steek, 1 losse, keren
Herhaal rij 2 tot de mouw tot de oksel komt. Omdat de armen naar boven toe dikker worden moet je in een aantal rijen een keer 1 steek meerderen.
Wil je dit niet dan kun je ook met een bredere mouw starten, meet dan rondom de bovenarm en neem dat als maat voor het opzetten.

Het voorbeeld van mijn vest:
Rij 1-12: 32 hst
Rij 13: 1 keer meerderen (33)
Rij 14-16: 33 hst.
De rijen 13-16 heb ik nog 9 keer herhaald, is 42 hst.

Je kunt de bovenkant van de mouwen recht maken, dan moeten ze nog wat langer gemaakt worden, op dezelfde manier. Maar voor dit vest wilde ik schuine bovenkanten aan de mouwen maken.
Dus de overige rijen worden niet meer gesloten.
Haak verder in rijen en minder bij elke rij de 1e 2 hst en de laatste 2 hst.
Voorbeeld van mijn vest:
Rij 1: 2 hst samenhaken, 38 hst, 2 hst samenhaken (40)
Rij 2: 2 hst samenhaken, 36 hst, 2 hst samenhaken (38)
Etc. tot rij 17: 8 hst

Haak of naai de mouwen in de armsgaten en het vest is klaar!

 

Sloffen haken

Voor de winter had ik nieuwe sloffen nodig, dus het leek me wel leuk om deze zelf te haken. Er zijn heel veel leuke patronen te vinden online, maar ik heb uiteindelijk toch mijn eigen patroon gemaakt.
Sloffen zijn vrij snel klaar en omdat ik niet kon kiezen heb ik gewoon 2 paar gemaakt :-)

Hieronder de beschrijving van de sloffen, het is niet echt een patroon, meer een beschrijving hoe ik ze gemaakt heb, zo kun je ze makkelijk aanpassen aan je eigen maat.

De acrylgaren is van de Wibra, de dikke garen geschikt voor haaknaald 4,5-5, de leuke houten knoopjes vond ik bij de Action. Ze zijn gehaakt met haaknaald 4,5, zodat het haakwerk stevig wordt.

Natuurlijk kun je de sloffen ook met andere garen en haaknaald haken, je zult dan op een ander aantal steken uitkomen. Bij de beschrijving hieronder ga ik uit van de materialen die ik gebruikt heb en mijn schoenmaat (40).

De slof wordt vanaf de neus in de rondte gehaakt, de toeren niet sluiten, tot aan de enkel, daarna wordt in rijen verder gehaakt en als laatste wordt de naad gesloten zodat er een opening voor de voet ontstaat. Voor de basis sloffen heb je aan 1 bol genoeg voor 2 sloffen, wil je er een hoge boord aan dan heb je een 2e bol nodig.

Start met een MR.
Toer 1: 8 hst in de ring (8)
Toer 2: 2 hst in elke steek (16)
Toer 3: 2 hst in elke 2e steek (24)
Toer 4: 2 hst in elke 3e steek (32) (nb. voor mijn voet was dit wijd genoeg, als jouw voeten breder/hoger/etc zijn, dan nog 1 toer meerderen: 2 hst in elke 4e steek (40) )
Toer 5- lengte: 32 hst (of op welk aantal je uitgekomen bent.)
Haak rond tot het voet gedeelte lang genoeg is, het haak werk komt tot aan de enkel. (dit meet je door een paar keer te passen)
Nu ga je in rijen verder werken. Bepaal eerst hoe breed de opening moet worden en markeer dit met 2 steekmarkeerders. Bij mij was de opening 10 hst breed, dus haak ik rijen over 22 hst. Het komt niet heel precies wanneer je met dit stuk begint aangezien je in de rondte haakt kun je op elk willekeurig punt beginnen.

Rij 1: 22* hst, 1 losse, keren (*of welk aantal er bij jou uitgekomen is)
Rij 2- lengte: 22 hst, 1 losse, keren
Om de hiel mooi af te ronden heb ik de laatste 2 toeren in het midden geminderd, zo ontstaat er een afgeronde punt, ipv een puntige punt. Dat vond ik zelf mooier.
Dus als je dat ook wilt:

Een na laatste rij: 9 hst, 2 hst samenhaken, 2 hst samenhaken, 9 hst, 1 losse keren (20)
Laatste rij: 8 hst, 2 hst samenhaken, 2 hst samenhaken, 8 hst (18)

Vouw de achterkant van de voet tegen elkaar aan en haak de naad aan de binnenkant van de slof dicht. Afhechten en de draad wegwerken.

Dit is de basis slof, je kun nog een mooi randje langs de opening haken, of er een boord ophaken. Ik heb 2 paar sloffen gemaakt, van beide volgt hier de beschrijving.

Ribbelboord:
Deze wordt in de rondte gehaakt.
Toer 1: Hecht aan aan de achterkant van de slof, haak halve stokjes rondom de opening, zorg dat deze mooi verdeeld zitten. Je steekt de haaknaald aan de zijkanten van de toeren in, er zijn daar geen steken, dus kijk zelf even wat mooi uitkomt. Ik haakt vanaf de hiel tot de voorkant 15 hst over de zijkanten van de rijen, dan 10 hst in de overgebleven steken van de laatste toer van het voetdeel, dan weer 15 hst over de zijkanten van de rijen. (40)
Dit is ook weer voor mijn maar, het kan zijn dat er bij jou een ander aantal uitkomt, dat is niet erg, maar zorg er wel voor dat je op een even aantal uitkomt.
Toer 2-5: 40 hst (of welk aantal jij hebt)
Toer 6: *1 st voorom de volgende steek, 1 st achterom de volgende steek* herhalen tot je rond bent, als het goed is kom je precies uit.
Toer 7 – lengte: herhaal toer 6, na een aantal toeren zie je het ribbel patroon ontstaan. Haak door tot de boord lang genoeg is, het effect is leuker als je de boord om kunt slaan, dus zorg dat deze lang genoeg is. Ik weet niet hoeveel toeren ik gehaakt heb, ik ben doorgegaan tot de wol op was :-)
Hecht af en werk de draadjes weg.

 
Boord met overslag en knopen:
Deze wordt eerst in de rondte gehaakt en als de overslag begint ga je in toeren verder.

Rechter slof:
Toer 1: Hecht aan aan de achterkant van de slof, haak halve stokjes rondom de opening, zorg dat deze mooi verdeeld zitten. Je steekt de haaknaald aan de zijkanten van de toeren in, er zijn daar geen steken, dus kijk zelf even wat mooi uitkomt. Ik haakt vanaf de hiel tot de voorkant 15 hst over de zijkanten van de rijen, dan 10 hst in de overgebleven steken van de laatste toer van het voetdeel, dan weer 15 hst over de zijkanten van de rijen. (40)
Dit is ook weer voor mijn maar, het kan zijn dat er bij jou een ander aantal uitkomt, dat is niet erg.
Toer 2: 40 hst (of welk aantal jij hebt)
Toer 3: haak hst tot ongeveer driekwart van de slof (dat was bij mij 29 hst), 10 lossen, 1 keerlosse, keren.
Toer 4: 10 hst over de 10 lossen, 40 hst over de vorige toer, haak helemaal rond, dus tot je weer bij de lossen bent (maar dan kom je van de andere kant) 1 losse, keren (50)
Toer 5: 50 hst, 1 losse, keren.
Herhaal toer 5 tot je de boord hoog genoeg vindt.
Hecht af en werk de draadjes weg.
Naai de overslag met 2 knopen, als versiering, vast.

Linker slof:
Toer 1: Hecht aan aan de achterkant van de slof, haak halve stokjes rondom de opening, zorg dat deze mooi verdeeld zitten. Je steekt de haaknaald aan de zijkanten van de toeren in, er zijn daar geen steken, dus kijk zelf even wat mooi uitkomt. Ik haakt vanaf de hiel tot de voorkant 15 hst over de zijkanten van de rijen, dan 10 hst in de overgebleven steken van de laatste toer van het voetdeel, dan weer 15 hst over de zijkanten van de rijen. (40)
Dit is ook weer voor mijn maar, het kan zijn dat er bij jou een ander aantal uitkomt, dat is niet erg.
Toer 2: 40 hst (of welk aantal jij hebt) hv in het 1e hst, 1 losse, keren.
Toer 3: haak hst tot ongeveer driekwart van de slof (dat was bij mij 29 hst), 10 lossen, 1 keerlosse, keren.
Toer 4: 10 hst over de 10 lossen, 40 hst over de vorige toer, haak helemaal rond, dus tot je weer bij de lossen bent (maar dan kom je van de andere kant) 1 losse, keren (50)
Toer 5: 50 hst, 1 losse, keren.
Herhaal toer 5 tot je de boord hoog genoeg vindt.
Hecht af en werk de draadjes weg.
Naai de overslag met 2 knopen, als versiering, vast.

Het nadeel van deze sloffen is dat ze erg snel slijten op de hak en bij de bal van de voet, de plekken waar veel wrijving op komt. Ik heb dit opgelost door uit een lap stevige (wat dikkere) katoen rondjes te knippen. Wat grotere voor de bal van de voet, kleinere voor de hak. Die heb ik met textiellijm onder op de sloffen geplakt. Het ziet er niet heel hip uit, maar het werkt wel erg goed. En omdat ze aan de onderkant zitten ziet niemand het ;-)